Bespreking
Biografie
Herzog & de Meuron architekten zijn Zwitserse architecten die hun Hoofdkantoor in Bazel, Zwitserland hebben opgestart in 1978. Hun carrière is altijd dezelfde richting uitgegaan, ze zaten samen op het Zwitserse Federale Instituut voor Technologie in Zürich. Hun meest bekende werk tot nu toe is de Bankside Power Station in Londen. Ook zijn de twee gastprofessoren aan de Harvard university graduate school of Design sinds 1994 en professoren aan de ETH in Zürich sinds 1999. In 2001 ontvingen ze de Pritzker Prize, dit is de hoogste onderscheiding in de architectuur.
Het gebouw is gemaakt uit materialen
die plaatselijk beschikbaar waren, zoals opgegraven grind of kiezel. Door
middel van dit materiaal zijn ook de vormen en de structuren van het gebouw
bepaald. De raamgedeelten zien er natuurlijk uit, maar toch zijn ze met
digitale middelen tot kiezels op een grotere schaal gemodelleerd tot hun
natuurlijke vorm.
Vormentaal
Het gebouw ziet eruit alsof het uit de grond is gekomen. De gevel heeft inkepingen aan de kant van de Emil-Frey-Strasse, hierdoor is een voorplein ontstaan en wordt de ingang geaccentueerd. Het lijkt of deze ingang bewaakt wordt door een gebouwtje met een puntdak, dit gebouwtje is gemaakt met dezelfde materialen als het magazijn. In de raamopeningen ontstaat een kunstmatig maar toch natuurlijk landschap. Het wordt opgevat als een open magazijn dat beschikt over de optimale omstandigheden voor het behoud van de werken. Het heeft het uitzicht van een bunker.
Vormentaal
Het gebouw ziet eruit alsof het uit de grond is gekomen. De gevel heeft inkepingen aan de kant van de Emil-Frey-Strasse, hierdoor is een voorplein ontstaan en wordt de ingang geaccentueerd. Het lijkt of deze ingang bewaakt wordt door een gebouwtje met een puntdak, dit gebouwtje is gemaakt met dezelfde materialen als het magazijn. In de raamopeningen ontstaat een kunstmatig maar toch natuurlijk landschap. Het wordt opgevat als een open magazijn dat beschikt over de optimale omstandigheden voor het behoud van de werken. Het heeft het uitzicht van een bunker.
Het is een tijdelijk paviljoen dat gemaakt werd in opdracht van de
Laurenz-stiftung en ontworpen werd door de architecten Herzog en de Meuron. Het
project kwam ter sprake in 1998-1999 en is gerealiseerd in 2000-2003.
Schaulager is een massief en gesloten gebouw en dient als opslagplaats voor
moderne kunstwerken maar ook als tentoonstellingsruimte. De betonnen gevels
zijn bekleed met opgegraven grind, hierdoor geeft het een rotsachtige indruk.
Door middel van scheurtjes in de muur komt er daglicht binnen.
Functionaliteit
Functionaliteit
Schaulager
is een massief, gesloten gebouw. Herzog & de Meuron wilden een soort
architectuur ontwikkelen dat de opslag op alle verdiepingen ook visueel zou
verbeelden als een duurzaam object. De
externe vorm van het magazijn is ontleend aan de vorm van de interne indeling
van de opslagruimtes. In de eerste ontwerpen probeerden ze het opslagconcept in
één verticale en horizontale ruimte te verwezenlijken. Een gigantische muur zou
worden bekleed met alle hangende kunstwerken, de andere werken zouden over de
rest van de onverdeelde ruimte worden verspreid. De totale oppervlakte is 16.500 m2,
op de 3 bovenste verdiepingen is hiervan 7.250 m2 bezet. Ook is er
een inkomhal met een zicht tot helemaal boven, deze zorgt voor een overzicht
van alle ruimtelijke niveaus van het gebouw. De ruimtes waar de tijdelijke
tentoonstelling en de permanente tentoonstelling van Gober en Fritsch zich
bevinden zijn 6m hoog. Deze ruimtes kunnen verdeeld worden met behulp van scheidingswanden. Er werd hun gevraagd
om een soort magazijn te bouwen voor open opslag van hedendaagse kunst. Het
magazijn moest aanzienlijk minder plaats verbruiken dan een museum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten